Erfgoed van wereldbelang
De Belgische pers van de Groote Oorlog is niet alleen van belang voor België. De wereldwijde omvang van het conflict waarbinnen deze bladen tot stand kwamen, de positie van België binnen de toenmalige internationale gemeenschap, de aanwezigheid van heel veel nationaliteiten op het grondgebied: alleen om die redenen al moeten deze kranten wereldwijd beschikbaar zijn voor onderzoek. Maar er zijn nog veel meer redenen waarom de collecties van wereldbelang zijn.
De eerste echte wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog was het eerste grootschalige conflict in de geschiedenis van de mensheid. Binnen enkele weken evolueerde het van een ‘Oostenrijks-Russische’ oorlog naar een algemene Europese en internationale oorlog. Onder de betrokkenen waren zes grootmachten (Rusland, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk) en vijf koloniale staten (Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, België en later Italië).
Vanaf september-oktober 1914 was sprake van een ‘wereldoorlog’. De Verenigde Staten waren vanaf het begin indirect betrokken en vanaf april 1917 namen ze ook deel aan bij de gevechten als nieuwe en beslissende partij in het conflict. De VS en de weinige neutrale landen (waaronder Zwitserland, Nederland en Scandinavië) begonnen zich op te stellen tegen de oorlog, vooral tegen de Duitse inval in België. ‘Poor little Belgium’ werd een internationaal symbool.
België op het wereldtoneel
In 1914 bekleedde België een bijzondere positie op Europees en internationaal niveau. Het land was pas sinds 1831 onafhankelijk. Bij de onafhankelijkheid hadden drie naburige grote Europese mogendheden (Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) de neutraliteit van het kleine koninkrijk gegarandeerd.
Maar sinds 1909 was België ook een koloniale mogendheid en tegen 1914 had het zich ontwikkeld tot een economische wereldmacht. Als gevolg daarvan, en ook door het enorme aantal Belgische vluchtelingen (1,5 miljoen), was de bezetting van het land een reden tot internationale bezorgdheid. Uiteindelijk oefende de bezetting een belangrijke invloed uit op de ontwikkeling van het internationaal recht.
Persvrijheid
Ook de Belgische pers was bijzonder. In 1914 had België al een lange en uitzonderlijke traditie van persvrijheid. Persvrijheid maakte deel uit van de ‘ontstaansmythe’ van de nieuwe staat en was stevig verankerd in de grondwet. België was een pionier op dit gebied, naast Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Het verklaart het bestaan van een omvangrijk perslandschap: er waren meer dan honderd dagbladen en bijna duizend tijdschriften. De pers was zeer divers qua ideologie, religie en taal. Er werden nog voornamelijk Franse kranten gelezen, maar er waren er ook al veel kranten in het Nederlands.
Brede reikwijdte en oriëntatie
In vergelijking met andere landen was de Belgische pers uitzonderlijk internationaal georiënteerd. Internationale betrekkingen, industriële en commerciële ontwikkelingen, Belgische investeringen in het buitenland, de koloniale belangen in Congo, de internationale arbeidersbeweging (in de socialistische pers), internationale ontwikkelingen in de kerk (in de katholieke pers): alles wordt in detail besproken.
In deze tijd vóór radio, televisie en internet hadden kranten vrijwel een monopolie op actuele informatie. Aan het einde van de negentiende eeuw ontstond zich de betaalbare massapers met een enorm bereik. De Belgische kranten uit de Eerste Wereldoorlog vormen een unieke bron van informatie over alle aspecten van het conflict (militair, humanitair, dagelijks leven, vluchtelingen in het buitenland, politieke conflicten). Maar ze zijn ook een uitzonderlijke bron voor wetenschappelijk onderzoek naar de evolutie van de media, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een aantal cruciale ontwikkelingen doormaakten.
Versnippering van pers en land
De kranten zijn een directe getuige van de gevolgen van de invasie en de bezetting. Een direct gevolg van de bezetting was immers de versnippering van het perslandschap. Het werd opgedeeld in gecensureerde kranten, frontbladen, clandestiene pers, vluchtelingenpers en vrije pers die in Engeland, Frankrijk, Nederland en zelfs de Verenigde Staten werd uitgegeven.
Ondanks de censuur (en in het geval van de illegale pers juist vanwege de censuur) was de pers diverser. Censuur leidde tot discussie, wat uiteindelijk resulteerde in een breder moreel debat over de waarde en de betekenis van persvrijheid. De oorlog stelde de discussie over de waarde van een vrije pers op scherp.
De papieren staat
De versnippering van de pers is een indicator van het sociaal-politieke belang ervan als alternatieve drager van de Belgische nationale soevereiniteit. De oorlog, de bezetting van grote delen van het grondgebied, de directe Duitse militaire controle, een parlement dat niet langer officieel bijeenkomt, en een regering die het land vanuit Frankrijk bestuurt: dit alles zette het concept van ‘nationale soevereiniteit’ op losse schroeven en waardoor alternatieve dragers van die soevereiniteit (in dit geval de pers) vorm kregen.
De Belgische pers ontwikkelde zich tot een soort symbolische papieren staat. Dit verenigde de Belgische bevolking, die geografisch gescheiden was door de oorlog, en gaf ook vorm aan het voortbestaan van België in internationale context. Kranten die in Le Havre en in het kleine niet-bezette deel van België verschenen lieten zien dat België nog steeds bestond.
De nationale soevereiniteit werd door de bezettingsmacht in vraag gesteld door de bestuurlijke en politieke opdeling van België in Vlaanderen en Wallonië. Het wierp de lont in een politiek kruitvat, met vooral persgevechten tot gevolg.
Humanitaire kwesties
De pers verwoordde de materiële behoeften van de bevolking. De kranten speelden een sleutelrol bij de lancering van een internationale humanitaire campagne avant la lettre van de Commission for Relief. Die zorgde voor de bevoorrading van de met honger bedreigde inwoners van het bezette gebied. De campagne gaf de gevolgen van de oorlog een tastbaar en menselijk gezicht.
De pers gaf stem aan het debat over de rol van het internationaal recht in oorlogstijd. Door de vooroorlogse status van België als klein, neutraal land met een sterke internationale gerichtheid was het land pionier geweest in de debatten over internationaal recht. Het land had bijvoorbeeld hoge verwachtingen van het Verdrag van Den Haag.
Tijdens de oorlog hield de Belgische pers in het buitenland de discussie over het internationaal recht en het oorlogsrecht levendig en populariseerde een tot dan toe nogal technisch juridische debat. Hoewel dit vanuit een slachtofferrol gebeurde (met als uitgangspunt dat België als volledig onschuldig land was ingenomen door een militair sterk buurland dat de burgerbevolking bij haar oorlogszucht niet spaarde), kan de hedendaagse relevantie van dit debat niet onopgemerkt blijven.
Zelfs tijdens deze grootschalige oorlog werd nog steeds belang gehecht aan (internationaal) recht en werd er gediscussieerd over juridische mechanismen om oorlogen in de toekomst te voorkomen. Niet alleen onder specialisten, zoals voor de oorlog vooral het geval was, maar via de pers ook in de publieke sfeer.
De stem van ontheemde burgers
De ‘pers van de Belgische diaspora’ (de vluchtelingen-, krijgsgevangen- en loopgravenpers) bewees dat België nog steeds bestond, zij het meer voor de burgers dan voor de externe mogendheden. Het ging hier niet om gevestigde kranten die hun activiteiten naar vrij gebied verplaatsten, maar om nieuwe initiatieven. Ze hadden een bottom-up karakter of waren gericht op specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld soldaten aan het front).
Deze kranten hadden ook een symbolische waarde die verder ging dan de lokale inhoud. Zo geeft de vluchtelingenpers inzicht in de daadwerkelijke levensomstandigheden en de problemen van de vluchtelingen, de reactie van de omgeving waarin ze zich vestigden en de strategieën die ze ontwikkelden om met hun situatie om te gaan en zich een plaats te verwerven in de samenleving van het gastland. Eigen kranten gaven houvast aan Belgen in het buitenland en hield hen binnen de versplinterde Belgische staat.
Hetzelfde gold voor de kranten voor krijgsgevangenen en de frontbladen, bestemd voor de soldaten aan het IJzerfront. In tegenstelling tot de officiële Legerbode waren de frontbladen een initiatief van militairen met een intellectuele achtergrond, die militairen uit een bepaalde stad of regio informeerden en met elkaar in contact brachten, hen een kader boden en, in het geval van Vlaamse kranten, hen politiek bewuster maakten.
De loopgravenkranten sloeg een brug tussen de frontlinie, waar soldaten een groot deel van hun tijd doorbrachten, en hun geboorteplaatsen of -regio’s, waarvan ze voor lange tijd werden afgesneden. Dit gebeurde zelfs op existentieel niveau, door de publicatie van lijsten van gesneuvelden of namen van Belgen in een bepaald vluchtelingenkamp.
Vorming van een nieuw België
Kranten waren ook een middel om het land na de oorlog een nieuwe gedaante te geven. Veel frontbladen waren het initiatief van Vlaamsgezinde intellectuelen die de emancipatie van het Nederlandstalige deel van het land op de politieke agenda zetten. Maar ook de clandestiene pers en de pers buiten België faciliteerden het politieke debat en hielden het levend, en fungeerden zo als politieke arena en als alternatief voor parlementair debat.
Voor de oorlog werkten het parlement en de pers samen om de politiek vorm te geven. In oorlogstijd zette de pers deze rol alleen voort. Ze zorgde niet alleen voor de voortzetting van de Belgische politieke arena, maar liet ook politieke verschillen tot uiting komen via debat en pluralisme – een fundamenteel aspect van democratie.
Ook hier gaat de relevantie van de collecties verder dan de Eerste Wereldoorlog en België. Ze laten zien hoe er ook in oorlogstijd nog mogelijkheden zijn om het politieke debat voort te zetten. Dit is enorm belangrijk voor huidige conflicten, waar ook ter wereld.
Het eerste massamedium
De Eerste Wereldoorlog is bijzonder in de persgeschiedenis door de samenkomst van verschillende maatschappelijke, politieke en technologische evoluties die de ontwikkeling van de pers, zoals hierboven beschreven, vergemakkelijkten. Aan het einde van de negentiende eeuw ontstond de massapers. Dankzij industriële productieprocessen en verbeterd transport konden kranten de consument relatief goedkoop en snel bereiken op het hele grondgebied van het land.
De krant werd een product dat paste in het vaste consumptiepatroon en de dagelijkse ervaring van velen. Dat was ook het gevolg van een geleidelijke toename van de koopkracht, waardoor kranten hun productie gedeeltelijk konden financieren met reclame-inkomsten.
De pers was niet langer voorbehouden aan de politieke elite en hun partijen. Ook de arbeidersbeweging en andere emancipatiebewegingen (de Vlaamse beweging, boeren) waren belangrijke producenten van periodieken. De democratisering van het stemrecht was een reden om een politiek conservatieve massapers te ontwikkelen, als instrument in de verkiezingsstrijd met de arbeidersbeweging.
De kennis die nodig is voor het publiceren van kranten raakte op grote schaal verspreid, wat deels ook de latere opkomst van de clandestiene pers en de frontbladen verklaart. Hier zien we een interessante parallel met de huidige situatie, waarin internet en sociale media de verspreiding van nieuws en meningen op een relatief eenvoudige en goedkope manier vergemakkelijken. De pers werd onderdeel van het dagelijks leven van grote delen van de bevolking. In dit kader passen de Duitse pogingen om gecensureerde kranten te publiceren, om zo invloed uit te oefenen op de bevolking.
Propagandamiddel
Dat brengt ons bij een bijzonder aspect van de oorlogspers: propaganda. Oorlogen brengen niet alleen censuur met zich mee (in bezet gebied, maar ook door de Belgische overheid), de pers wordt ook gebruikt voor propagandadoeleinden. Ook in dit opzicht gaat de relevantie van deze collecties verder dan de Eerste Wereldoorlog.
De brede samenstelling van de collecties maken ze tot het een uitstekende bron voor het blootleggen van oorlogspropagandamechanismen, en om de invloed van oorlogvoerende partijen op de pers aan het licht te brengen. We kunnen onderzoeken hoe dezelfde gebeurtenis heel anders werd beschreven in kranten met verschillende overtuigingen. Beelden (in de vorm van tekeningen, persfoto’s, karikaturen) werden in deze periode enorm populair, juist omdat ze een uitstekend propagandamiddel zijn. Na de bevrijding werd het beeld onderdeel van een reactie tegen censuur en propaganda, en maakte het deel uit van de ontwikkeling van een nieuw journalistiek model dat de nadruk legde op ethiek en objectieve berichtgeving.
Venster op de wereld
Het belang van de inhoud van de kranten reikt ook verder dan de periode van de Eerste Wereldoorlog en België. Door de centrale rol van België in het conflict opent de pers een breed venster op de wereldoorlog. De pers maakt onderzoek mogelijk naar de manier waarop andere volkeren, culturen en landen worden gepercipieerd, weergegeven en geïntegreerd in de oorlogservaring van de Belgen, de betrokken mechanismen en de invloed die dit heeft op de visie van mensen op de eigen samenleving.
De confrontatie met vreemde culturen is een aspect van de Eerste Wereldoorlog dat van groot belang is voor de geglobaliseerde wereld van vandaag. Zelfs binnen het Belgische grondgebied had het conflict het karakter van een wereldoorlog, met de inzet van Britse, Duitse en Franse troepen, samen met soldaten en ruggensteun van hun koloniën. Voor velen was het hun eerste contact met mensen uit verre culturen. In de pers zien we hoe deze mensen en deze contacten werden weergegeven en hoe de verschillende geledingen van de Belgische samenleving erop reageerden.
Gebeurtenissen die de aanblik van de wereld in de komende decennia drastisch zouden veranderen (denk aan de Russische Revolutie) bereikten het Belgische publiek via de pers, dat een forum was waar deze gebeurtenissen werden besproken en waar er betekenis aan werd toegekend (negatief of positief). Ook hier zien we een link met de wereld van vandaag, waarin gebeurtenissen in andere landen een enorme impact hebben op het lot van staten in oorlog (een goed voorbeeld hiervan is het Midden-Oosten). De collecties Belgische pers uit de Eerste Wereldoorlog zijn een unieke bron voor onderzoek naar parallellen en wederkerende mechanismen.
Een veelvoud aan perspectieven
De oorlogskranten zijn van wezenlijk belang voor het documenteren van het verloop van de oorlog op verschillende niveaus (macropolitiek, maar ook in een klein dorp of aan de frontlinie) en vanuit verschillende perspectieven. Er zijn weinig andere media uit de Groote Oorlog die aan toekomstige generaties zo goed duidelijk kunnen maken wat de impact van de Eerste Wereldoorlog was op ‘gewone mensen’. De gevolgen van de invasie en bezetting zijn direct voelbaar in de kranten.
De kranten weerspiegelen de unieke oorlogservaring van een klein land dat tot een internationaal conflict werd gedwongen en dat in zijn korte bestaan nog niet met oorlog was geconfronteerd. Het is misschien wel de enige bron die de impact van deze aanval zo breed en gedetailleerd documenteert.
De loopgravenoorlog in Vlaanderen is een prominente gebeurtenis in het collectieve geheugen van de Groote Oorlog. Maar er is relatief weinig onderzoek gedaan naar de Belgische kranten uit deze periode. Zonder hen zou het niet langer mogelijk zijn om dit deel van de geschiedenis van België en van het westfront tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig te begrijpen.
Over de grenzen van België
Het wezenlijke relevantie van deze kranten bij het begrijpen van de dagelijkse impact van oorlog gaat verder dan België. Het stelt ons immers in staat om het bestaan en de overlevingsstrategieën van heel verschillende bevolkingsgroepen te reconstrueren: niet alleen van soldaten, maar ook van kwetsbare groepen (zoals vluchtelingen en kinderen) en van groepen die door de bezetting plots in een andere rol werden gedwongen, in het bijzonder vrouwen.
De collecties tonen het antwoord dat verschillende geledingen van de samenleving op de oorlog formuleerden, en de overheersing en controle door een bezettingsmacht. De pers is hiervoor een heel geschikte bron, omdat kranten informatie geven over bijna alle aspecten van het dagelijks leven.
Ze dienen zelfs als hulpmiddel in de overlevingsstrategie (denk aan de informatie in de kranten over voedseldistributie, rantsoenering of sociale initiatieven voor zuigelingen). Tot slot is de gecensureerde pers enorm belangrijk voor het begrijpen van het beleid van een bezettingsmacht en de middelen die die inzet om de bezette bevolking voor zich te winnen.